De slechte resultaten van het meest recente PISA-onderzoek van de Universiteit Gent hebben ons wakker geschud: 60% van de 15-jarigen leest enkel om informatie te verkrijgen en enkel als het moet, 50% van de ondervraagde Vlaamse jongeren vindt lezen zelfs tijdverlies. Daarmee scoren we het laagst van alle deelnemende landen. Op sociale media zijn de reacties legio. En tóch willen we er graag nog een reactie aan toevoegen. Want als docenten en studenten in de Pedagogie van het Jonge Kind raakt dit ons.
Waarom is lezen zo belangrijk?
Het mag duidelijk zijn: lezen is voor kinderen en jongeren belangrijk omdat boeken en verhalen zo taalstimulerend zijn en zo rijk voor de taalontwikkeling. Kinderen maken dankzij boeken kennis met geschreven taal en ontdekken nieuwe woordenschat. Maar er is ook de taalbeschouwelijke component: verhalen doen immers ook nadenken over het eigen taalgebruik en dat van anderen.
Maar boeken en verhalen stimuleren ook gewoonweg de totale ontwikkeling van ieder kind en iedere jongere. Want als mens leer je de wereld beter begrijpen door verhalen te lezen. Je voelt wat de personages voelen en zo verwerf je inzicht in emoties en ervaringen van anderen. Je lost samen met de personages problemen op. Verhalen prikkelen je fantasie en dagen je uit om na te denken over je eigen waarden. Misschien zet dat je aan om een standpunt in te nemen in de samenleving?
Waar is de interesse gebleven?
Als lezen dan zo fantastisch en rijk is, rijst de vraag: waarom lezen kinderen en jongeren niet graag? Waarom verliezen kinderen en jongeren zich minder en minder in een boek?
Bij diverse bevragingen bij jongeren kwamen de volgende antwoorden aan bod: “we hebben geen tijd om te lezen, we moeten het doen tussen het vele huiswerk door,” Of “we hebben het gevoel dat lezen meer een opdracht is en vaak wordt gecombineerd met een taak.”
Boekbesprekingen, hoe goed ook bedoeld, zijn vaak stille moordenaars van leesplezier. En hoe omgekeerd is hier de wereld? Zo’n boekbespreking heeft als doel om het leesplezier te vergroten, om kinderen en jongeren te doen lezen, maar omdat de taak domineert in de hoofden van de lezer verliest het zijn doel compleet: er wordt enkel ingezet op de taak vaak vanuit een gedownloade samenvatting van het boek in plaats van languit op de sofa eerst te genieten en zichzelf te verliezen in het boek.
Hoe laten we kinderen en jongeren opnieuw meer lezen?
Daarom willen wij een pleidooi voor passie houden. Hoe kunnen kinderen en jongeren de passie voor lezen (her)ontdekken? Eén van de mogelijke antwoorden is inzetten op intrinsieke motivatie: lezen niet omdat het moet, maar omdat je het wil. De zelfdeterminatietheorie, een macrotheorie over menselijke motivatie van Edward Deci en Richard Ryan, spreekt over 3 basisbehoeftes om de intrinsieke motivatie een boost te geven.
De eerste behoefte is autonomie of het gevoel van zelfbeschikking. Een studente verwoordde het heel mooi: “Ik ben gestopt met lezen toen de Joepie niet meer bestond!” Wie bepaalt er wat er gelezen wordt en hoeveel keuze heeft het kind, de jongere daar zelf in? Als we in het eigen hart kijken, dan zien we dat die zelfbeschikking net zo belangrijk is bij de leesmotivatie van volwassenen. Wie leest er iets en blijft er iets lezen waarin hij of zij geen enkele interesse heeft?
De tweede behoefte is verbondenheid of het gevoel er ergens bij te horen. Kortom, het plezier van samen lezen, want zien lezen doet lezen! En de derde behoefte is competentie of het gevoel invloed te hebben op het resultaat, het ervaren van een succesvolle verwezenlijking. Vanuit je eigen competentie ontdekken wat je vanuit het boek en het lezen ervan kunt toevoegen aan jouw ontwikkeling.
Lezen omdat het mag
Dus wij houden een pleidooi voor prikkelende leesruimtes altijd en overal. Mag er gelezen worden over de middag in de tuin onder een boom of in een leesboomhut of luie hangmat? Mag er gelezen worden op een zitzak of een gezellige sofa zomaar de vrijdagnamiddag samen in de klas omdat het mag? Is er een samenwerking met de nabije bibliotheek? Kan en mag ieder boek of verhaal gekozen worden? Kan er ingezet worden op leesclubs en boekenclubs? Niet om de boeken achteraf te analyseren en te bespreken maar gewoon omdat samen lezen gezellig is? Kunnen boeken leiden tot fantastische speelpraktijken? Hoe fijn is het om naar aanleiding van een ridderverhaal even een stuk middeleeuwse geschiedenis onder de loep te nemen of naar aanleiding van een emotioneel verhaal even onszelf al dansend te verliezen op bijpassende muziek?
Lezen niet omdat het moet maar omdat het mag. Lezen omdat het plezierig is. Lezen omdat verhalen je overal brengen, omdat je nieuwe vrienden maakt – fictieve en non-fictieve – en natuurlijk ook de gekste avonturen beleeft in je hoofd. Lezen omdat je als kind of jongere er tijd en ruimte voor krijgt, omdat je er zelf voor kunt kiezen en jouw toegevoegde waarde aan het leven zelf mag ontdekken. Lang leve het leesplezier.
– Simon Wemel, Matthieu Vandendriessche en Ann Steverlynck
– Studenten en docenten van de bachelor Pedagogie van het Jonge Kind.