3 redenen waarom debatten in de klas meer kwaad dan goed doen

jongeren

Klasdebatten worden vaak gezien als dé methode om kritisch denken te stimuleren bij jongeren, maar ze leiden vaak tot onsuccesvolle communicatie.

pic_debate_selchtecommunicatie-1080x675.jpg

De debatvorm is een eeuwenoud heilig huisje, niet alleen in de politiek maar ook in het onderwijs. Het wordt gezien als de ideale didactiek om leerlingen te leren argumenteren en overtuigen. Zo worden ze welbespraakte en kritische burgers in een open democratie. Toch ondervindt onderzoeker en debatexpert Edward De Vooght dat debatten ook vaak de verkeerde vaardigheden in leerlingen voeden. Ze leiden immers vaak tot onsuccesvolle communicatie.

pic_debate_goed-gesprek.jpg

Wat zijn debatten eigenlijk?

Debatten bestaan in heel veel verschillende geuren en kleuren, maar hebben altijd enkele gemene delers: Twee of meer partijen met uiteenlopende meningen over een bepaald topic gaan met elkaar in discussie waarbij ze met behulp van argumenten een publiek (zoals De zevende dag) of een jury (zoals een leerkracht of een jury in een debatwedstrijd) proberen te overtuigen. Ook in onderwijs is debatteren een veel gebruikte werkvorm, waarbij leerlingen soms hun eigen mening verkondigen en verdedigen óf waarbij ze een standpunt worden opgelegd. In elk geval is het de bedoeling om het debat te winnen met de beste en meest snedige argumenten. Een goed debat komt dan neer op een combinatie van elegante welsprekendheid, rigoureuze logica en diepgaande dossierkennis.

Waarom debatteren we?

In debatten focus je op argumenten en overtuigend spreken. Debatten worden dan ook geprezen omwille van hun bijdrage aan argumentatievaardigheden, spreekdurf en overtuigingskracht. Analoog met de rol van politieke debatten in de maatschappij, dragen debatten in de klas bij tot het vormen van geëngageerde burgers in een democratie, die zich durven uit te spreken en drogredenen kunnen herkennen.

Dit zijn allemaal zeer nobele doelen en je zal me ook niet horen zeggen dat we hierop niet moeten inzetten, maar soms moeten we eens een stap achteruit zetten. Debatten zitten immers zodanig hard in onze samenleving ingebakken, dat we gestopt zijn met ons af te vragen of dit wel de ideale werkvorm is om bepaalde doelen te bereiken. Is een debat tussen politici de beste manier om hun standpunten beter te begrijpen? Is een debat in de klas wel de beste manier om leerlingen te leren argumenteren?

3 redenen waarom debatten misschien wel meer kwaad dan goed doen:

1. Niemand moet ooit debatteren

Een eerste struikelpunt voor het pedagogisch nut van debatten is dat de manier waarop debatten het vaakst worden georganiseerd in de klas een context vormt waarin zo goed als bijna geen enkele leerling ooit zal terechtkomen. Klasdebatten die politieke debatten nabootsen, met verschillende partijen die niet elkaar maar een publiek of jury moeten overtuigen met goede argumenten, zijn in de toekomst voorbehouden voor politici, en dan nog meestal de toppolitici. De specifieke kunst om debatten te sturen en een publiek of jury voor zich te winnen is zeker weten een interessante en boeiende vaardigheid, maar niet meteen één die veel leerlingen in de nabije of zelfs verre toekomst zullen kunnen aanwenden, tenzij je in je klas het toekomstige kruin van de Belgische politiek samen hebt zitten.

2. Debatten creëren onsympathieke debatkampioenen

De tweede reden waarom klasdebatten niet altijd een goed idee zijn is een gevolg van de mismatch met de reële contexten waarin leerlingen later zullen terechtkomen. Omdat de meeste leerlingen geen politieke degens zullen kruisen, zijn de specifieke debatvaardigheden niet automatisch de vaardigheden waar ze later het meeste aan zullen hebben. Integendeel.

Klasdebatten leggen vaak de nadruk op het snel vinden van sterke argumenten om een standpunt te verdedigen, het weerleggen van de argumenten van de anderen om hun standpunt onderuit te halen en het ontmaskeren van drogredenen die de anderen eventueel gebruiken. Hoewel dit zeker kan bijdrage tot de ontplooiing van leerlingen, kunnen we niet echt zeggen dat dit de manier is waarop je later in een vergadering, sollicitatiegesprek, functiegesprek, bijeenkomst of zelfs familiale discussie het meeste succes oogst. In situaties buiten de klas leiden deze debattechnieken niet tot overtuiging of consensus, maar waarschijnlijk eerder tot een impasse en blijvende frictie.

 

Uiteraard zijn sterke argumenten ook noodzakelijk in een discussie en vergadering, maar niet op dezelfde manier als bij een politiek klasdebat, waar het snelle heen-en-weer-getrek vaak intens en verhit wordt. Succesvolle groepscommunicatie steunt niet (alleen) op argumenteren en weerleggen, maar ook, en misschien wel meer, op luisteren en nuanceren. Meer dan je eigen standpunt te staven met de sterkste en meest logische argumenten, moet je in een discussie, waarin je de andere probeert te overtuigen (en niet vast te rijden), de argumenten kiezen die het meest passen bij het perspectief van die ander. Het draait om empathie en niet om polarisatie. Je discussieert met elkaar maar debatteert tegen elkaar.

Klasdebatten op het heetst van de snede zijn dus geen goede voorbereiding voor reële contexten waarin leerlingen later zullen terechtkomen. Meer nog, het stelselmatig promoten van debatargumentaties als essentiële communicatievaardigheid creëert onsympathieke debatkampioenen, die in debatwedstrijden ecceleren, maar later in het leven niets van collega’s en in groepen dreigen gedaan krijgen.

3. Andere werkvormen doen het beter

Toch blijven er nog heel wat redenen overeind, waarmee politieke klasdebatten vaak worden gepromoot: leren argumenteren, leren gedachten structureren, spreekangst overwinnen en een andere positie innemen (in het geval dat leerlingen niet hun eigen mening mogen kiezen). Maar als we uit reden 1 en reden 2 meenemen dat de debatcontext niet alleen zeldzaam is, maar zelfs contraproductief, moeten we ons ook afvragen of bovenstaande vaardigheden wel het best met een klasdebat worden overgebracht. Ook hierop is het antwoord volgens mij niet meteen volmondig “ja”.

De juiste argumenten kan je leren vinden door kritisch te lezen, klasgesprekken aan te gaan en vooral door tijd te nemen om na te denken en voor te bereiden. Hoewel een dergelijke voorbereiding vaak deel uitmaakt van klasdebatten, is het geen voorrecht van de debatvorm. Ook een spreekbeurt, opiniestuk en klasgesprek (al dan niet in groepen) zijn geschikte werkvormen om gedachten te leren structureren.

Daarnaast zijn debatten niet de beste keuze om spreekangst te overwinnen. Leerlingen met spreekangst of spreekstress hebben het meestal nóg moeilijker om het woord te nemen in een context waarin de sfeer verhit is. Zeker wanneer er bevlogen leerlingen aanwezig zijn, is de kans groter dat schuchtere leerlingen in debatten nog meer dichtklappen dan voorheen. Improvisatietheater, dialogen en gesprekken hebben hier meer succes.

Tenslotte: Het is waar dat in sommige debatten leerlingen een andere positie moeten leren innemen, maar de manier waarop ze zich hierin inwerken vertrekt vaak vanuit het idee dat hun eigen standpunt boven dat van de andere moet geplaatst worden. Dit strookt niet met empathisch leren converseren en de standpunten van de tegenpartij respecteren. Het gevaar schuilt in het feit dat we denken deze vaardigheden aan te leren met debatten, terwijl we dit eigenlijk nalaten door te veel op debatten te focussen.

pic_debate_tekstballon-scaled.jpg

Er is meer dan debatteren

Het punt is hier niet dat we debatten met het badwater moeten weggooien, maar dat we ze moeten waarderen zoals ze zijn. Een leerrijke ervaring en introductie in politieke discussie en snelle argumentatietechnieken, maar ook een communicatievorm die eigen is aan politieke debatten en NIET geldt als basis voor succesvolle groepscommunicatie. Daarom mogen we niet alles van de debatvorm laten afhangen. Debatten in de klas zorgen niet voor communicatieve burgers die succesvolle groepsinteracties kunnen aangaan. Dit moeten we op een andere manier aanleren. 

Daarom zou ik willen pleiten voor meer alternatieve vormen van groepscommunicatie in onderwijscontexten die dichter aanleunen bij reële situaties waarin leerlingen zullen terechtkomen en waarin meer gepaste en nuttige communicatievaardigheden kunnen getraind worden. Denk maar aan luisteren naar elkaar, inspelen op elkaar op een verbindende en constructieve manier, het leren vinden van consensus, het bemiddelen van conflict, het leren omgaan met meningsverschillen en ga zo maar verder. 

Enkele mogelijke werkvormen:

  • Consensus leren bereiken in een regeringsonderhandeling (politiek maar dan anders)
  • Consensus leren bereiken in een organisatiecomité waarin alle partijen andere wensen hebben (denk aan de organisatie van een schoolfuif)
  • Moeilijke concepten makkelijk leren uitleggen aan leken in een talkshow
  • Een meeting voorzitten waarin er moeilijke beslissingen moeten worden getroffen
  • Een crisisvergadering tot een goed einde brengen om een nationale ramp aan te pakken met partijen met uiteenlopende perspectieven
  • Een verzoenend gesprek bemiddelen tussen twee partijen die elkaar hebben gekwetst
  • Een presentatie geven aan een publiek dat helemaal niets van je project moet weten
  • Unanimiteit bereiken in een klasgroep over een bepaald onderwerp of keuze
pic_debate_typisch-debat.jpg

Meer weten?

Geïnteresseerd in deze of andere werkvormen? Benieuwd naar hoe je succesvolle communicatievaardigheden op een creatieve manier in je lessen kan verwerken? Neem dan zeker eens contact op via edward.devooght@arteveldehs.be en dan plannen we een fijn gesprek om enkele concrete werkvormen uit te denken!

Lees ook