6 reduce-tips in ecodesign van verpakkingen

ecodesign

In ecodesign van verpakkingen streven we naar de 3R: Reduce, Reuse, Recycle. In deze blog legt docent en onderzoeker Bart Calis uit in 6 tips hoe we ‘Reduce’ kunnen toepassen in onze verpakking.

reduce-reyde-recycle-1080x675.jpg

Met het onderzoeks- en onderwijsproject ‘Packlab’ staat Arteveldehogeschool op de eerste rij in de zoektocht naar duurzame verpakkingen. In mijn vorige blogbericht somde ik zeven redenen op om verpakkingen duurzaam te maken. Ik eindigde met het vermelden van de 3R-ontwerpstrategie:

    1. Reduce: Vermijd een verpakking indien het kan, beperk zoveel mogelijk het materiaalgebruik.
    2. Reuse: Maak je verpakking herbruikbaar.
    3. Recycle: Gebruik gerecycleerd materiaal en maak je verpakking recycleerbaar.

In deze blog ga ik dieper in op de eerste van de drie: REDUCE. Wat betekent REDUCE in ecodesign van verpakkingen? 

1. Verpakkingen vermijden

geen-verpakking-e1671091301703-688x551.jpg

Elke verpakking die geen nut heeft, moet niet bestaan. We zien vaak producten die oververpakt zijn. Soms bestaat een verpakking uit teveel verpakkingslagen of onderdelen. Pas echter op, misschien heeft die extra verpakking wel nut. Individueel verpakte koekjes blijven langer houdbaar als niet alles snel genoeg wordt opgegegeten. Drankblikken worden nogmaals samen verpakt om sneller de rekken te vullen in de winkel en makkelijk naar huis mee te nemen. Zo zijn er nog wel goede redenen voor extra verpakkingen.

Je kan ook producten kopen die in bulk worden aangeboden. Dan gebruik je uiteraard een herbruikbare verpakking. Daar hebben we het in een volgende blog over.

2. Minder materiaal gebruiken

Cola-verpakkingen.jpg
case-packlab-minder-materiaal.png

Doorheen de jaren is er door de industrie heel wat energie gestoken om verpakkingen te maken met minder materiaalgebruik , maar toch dezelfde functionaliteiten te behouden. Door digitale ontwerptechnieken en nieuwe materialen maken we verpakkingen die lichter zijn, maar even stevig of met dezelfde barrière-eigenschappen. Zo zijn yoghurtpotjes de helft lichter geworden en PET-flessen krijgen een steeds dunnere wand.

We kunnen ook producten concentreren, zodat ze kleiner worden en minder verpakking nodig hebben. Voorbeelden zijn deodorants, zepen, wasmiddelen… De grens is hier wel dat het product niet te toxisch wordt als het door een kind zou gedronken worden.

De oorspronkelijke materialen van de verpakking van deze tool waren karton, plastic en metalen nietjes. We konden dit reduceren tot een label en het ophangsysteem werd zelf veel visueel aantrekkelijker en tastbaar.

3. Minder materiaalcombinaties

minder-verschillende-verpakkingen.png

Reduce betekent ook minder verschillende materiaalsoorten combineren. Hoe minder verschillende materialen de verpakking bevat, hoe zuiverder de recyclagestromen zullen zijn.

Het begint al bij de gebruiker die de verpakking correct wil sorteren. Als een karton in een plastic blister zit is de kans groot dat de gebruiker niet de moeite doet om het karton eruit te peuteren. Als hij het in de PMD gooit, kan het karton in de plastic stroom geraken en deze stroom minder kwalitatief maken. Vermijd dus combinaties van 2 materialen die aan elkaar hangen. Of maak ze compatibel: zorg dat de afsluitfolie van het yoghurtje en het potje zelf samen kunnen gerecycleerd worden. Want vele gebruikers drukken het deksel in het potje.
Ook bij het sorteren en recycleren van de afvalstroom is het beperken van combinaties van materialen een voordeel. Dan gebeuren minder fouten bij optisch herkennen van het juiste materiaal. Dit zorgt voor zuiverdere recyclagestromen en dus hoogwaardigere recyclagetoepassingen. Zoals een PET-fles die gewoon terug een PET-fles kan worden.

Hetzelfde probleem stelt zich bij multimaterialen, alleen kunnen we deze niet scheiden van elkaar, dus moeten we ook hier alle ‘niet samen recycleerbare’ lagen proberen weg te krijgen. De industrie werkt volop aan innovaties in monomaterialen met even goede barrière-eigenschappen in voedselveiligheid en langere bewaring.

4. Minder kleur

Bij papier en karton is kleur geen probleem. Ze worden quasi nooit in de massa zelf gekleurd, dus na ontinkten krijgen we eigenlijk een redelijk lichtgekleurde vezel die we heel goed kunnen herbenutten.  

Plastics worden wel heel vaak in de massa gekleurd. Die kleur is niet meer verwijderbaar. PET-flessen worden in 3 verschillende kleursoorten gesorteerd: helder, blauw en groen, zo behouden we de basiskleuren in recyclageproducten.  Maar bij andere plastics gaan alle kleuren door elkaar. Welke kleur krijg je dan? Grijs tot zwart! Als we in de toekomst streven naar witte en ongekleurde plastics, zijn de recyclagemogelijkheden groter. 

5. Minder hulpstoffen en productiestappen

Minder-inkt.png

Een verpakking bestaat niet alleen uit het basismateriaal, er zijn ook heel wat hulpstoffen zoals lijmen en natuurlijk inkt.  Heel wat vouwkarton wordt aan alle zijden volledig bedrukt, terwijl enkel de voorkant in de rekken te zien is. Als we uitgaan van de basiskleur van het verpakkingsmateriaal kan ook heel mooi visueel design gemaakt worden? We kunnen gerust met wat minder inkt aan de slag.  

Verder is het ook belangrijk dat alle productiehulpstoffen in de hele levensloop van de verpakking geëvalueerd worden, van ontginning van de grondstoffen tot recyclage.  

We kunnen er ook aan denken om productiestappen te beperken (zeker in verschillende bedrijven op afstand), net als transport en logistiek. Bij elke stap en afstand die bespaard wordt is er minder energieverbruik en milieu-impact. 

6. Minder productieafval

minder-mateiraal.png

Heel wat materiaal wordt al afval tijdens de productie, nog voor het bij de gebruiker is.

Zo’n kartonnen sleeve voor appels lijkt miniem verpakt, maar in productie wordt heel wat weggestanst. Ik berekende dit voor deze case en kwam aan 25% afval. Daarbij moet je optellen dat er sowieso een 20% afval van materiaal is tijdens productie.

Bij ronde labels heb je hetzelfde probleem, je ziet hier dat er 30% weggestanst wordt. Bij rechthoekige labels is dat veel minder.

De vorm is ook belangrijk bij vouwdozen en andere kartontoepassingen. Door een slechte plaatsing van je flappen en lijmstroken kan je ook veel afval creëren.

beddenhoes.png
Een producent van dekbedovertrekken verpakte deze in karton. Heel goed zal je misschien zeggen. Maar dat karton is een kruisvorm zodat je het dekbed kan zien, maar toch stevig verpakt. Die kruisvorm alleen zorgde al voor 68% verlies. We hebben hen een rechthoekige banderol voorgesteld.
Mora.png

Tenslotte even terug naar de labels. Om productie en applicatie mogelijk te maken, zitten zelfklevende labels op een drager. Die drager komt dus nooit van nut voor de gebruiker en is door de parafinelaag erop heel moeilijk recycleerbaar.  

Bij dragerloze labels is de drager zelfs weggelaten. Dan heb je eigenlijk een soort bedrukte kleefband. Dit wordt vaak gebruikt in etiketteermachines.  

Bij banderollen laten we ook de lijm weg, en vervangen dit door enkel 1 of 2 lijmstroken. We verkiezen een rechthoekige strook, dus ideaal van vorm zonder veel productieafval. Ze zijn heel functioneel en promotioneel en kunnen bestaan uit plastic, papier of karton. Ik ben grote fan van deze banderollen, ook wel sleeves of wrap-arounds genoemd. 

Meer weten?

  • Ik gaf onlangs op uitnodiging van Fost Plus en Valipac een webinar over dit thema. Je kan het hier herbekijken. 
  • Lees meer over het Packlab.  

Bibliografie

Afbeeldingen

Lees ook